Een goede verrekijker is eigenlijk onmisbaar wanneer u ervan houdt om buiten te genieten van al het moois dat de natuur ons biedt. Het doel van een kijker is dat u het object dat u wilt bekijken dichterbij haalt. Het is belangrijk dat u, voordat u overgaat tot de aankoop, bedenkt waar u de kijker voor wilt gaan gebruiken. Kortom wat is uw behoefte en welke kijker past daar het beste bij? Omdat er geen kijker is die voor alle doeleinden geschikt is zijn er enorm veel modellen.

De opbouw en verschillen van een verrekijker

Een kijker bestaat uit:

  • een objectief. Dit is de lens is die naar het object gericht staat, dus niet tegen het oog wordt gehouden.
  • een oculair. Het woord oculair komt vanuit het principe dat dit de lens is die naar het oog (de oculus) gericht staat. Dus dat deel waar uw oog tegen aanzit.

Verrekijkers zijn op te delen in monoculaire kijkers, waarmee u slechts met een oog kijkt, en binoculaire modellen, die voorzien zijn van twee prisma’s.
De groep van de binoculaire kijkers zijn op te delen in twee soorten verrekijkers:

  • Dakkantkijkers
  • Porrokijkers

Dakkantkijker

De dakkantkijker is slanker omdat het licht op een lineaire wijze door de kijker wordt gestuurd.
Dit zorgt voor een compacter geheel, maar is door het complexere prismasysteem vaak ook iets duurder. Dit model geeft met gebruik van dezelfde objectieven minder licht door.

Dakkantkijker

Porrokijker

De porrokijker is een breder model doordat het beeld via een N-knik wordt getransporteerd.
Dit heeft als voordeel dat er minder lichtverlies is en het beeld meer diepte krijgt.

Porrokijker

Vergrotingsfactor en objectiefdiameter

In de omschrijving van een model staan in ieder geval 2 getallen, bijv. 8x25. Het eerste getal is de vergrotingsfactor en de tweede verwijst naar de diameter van de lens.

Vergrotingsfactor

In het voorbeeld 8x25 is de 8 de vergrotingsfactor. Dus in dit geval wordt het object 8x vergroot.
Kijkt u met een verrekijker met vergroting van 8 naar een ree op 100 meter afstand, dan lijkt het dier slechts 12,5 meter van u verwijderd. Gebruikt u een kijker met de vergroting 10, dan staat de ree op 10 meter van u vandaan. Geen groot verschil dus.

Wanneer u een goede allround kijker zoekt, heeft u genoeg aan een exemplaar met vergroting 8. Hoe groter de vergroting, hoe moeilijker het is om een stabiel beeld te krijgen en/of te houden ongeacht de diameter van het objectief! Een vergroting van 10x is goed geschikt voor een gevorderde gebruiker. Bij een vergrotingsfactor van 12x wordt al een statief geadviseerd.

Welke vergroting is geschikt voor welk doel?

  • Lage vergroting (4x-6x): voor sportevenementen, concerten, theater.
  • Gemiddelde vergroting (7x-10x): voor universeel gebruik, jacht, vogels kijken.
  • Hoge vergroting (10x of meer): voor ver verwijderde objecten, astronomie, vliegtuigen spotten.

Objectiefdiameter

Het tweede getal verwijst naar de diameter van de lens. Hoe groter de lens, hoe meer lichtinval. Een groter objectief zorgt dus voor een scherper en helder beeld met meer details. Ideaal in situaties waarbij de lichtomstandigheden niet optimaal zijn, zoals een donker bos of dieren spotten tijdens schemertijd.

De term diameter objectieven wordt ook wel aangeduid met effectieve opening van de frontlens. De objectiefdiameter, uitgedrukt in millimeter, bepaalt de grootte en het gewicht van uw verrekijker. Kijkt u naar een kijker met een grote diameter, dan zal die meer wegen en meer plaats innemen in bijv. uw rugzak.

Welke objectiefdiameter te gebruiken bij welk doeleinde?

  • Minder dan 40mm: voor situaties met volop licht.
  • 40-50mm: voor gemiddeld licht.
  • Meer dan 50mm: voor schemerlicht en objecten op grote afstand.

Hoe verder het beeld vergroot wordt, hoe kleiner het gezichtsveld wordt. U ziet dus nog maar een heel klein stukje van wat er zich allemaal voor u afspeelt.

Kwaliteit van het glas van de lenzen

Verder is er onderscheid te maken in de kwaliteit van het glas waarvan de lenzen zijn gemaakt, waarbij Bak 4 de betere soort is en Bak 7 de iets mindere. Het verschil in kwaliteit van het glas kan echter teniet worden gedaan door de coating, die bij elke goede kijker op de lenzen (en op de prisma's) is aangebracht. Deze coating is nodig om het licht zo goed mogelijk te transporteren zonder dat er beeld- of kleurverstoring op kan treden en om de lenzen te beschermen. Uiteraard zijn hierin - afhankelijk van het prijsniveau - meerdere mogelijkheden.

  • Enkellaags coating (Fully coated)
  • Meerlaags coating (Multi coated)
  • Meerlaags coating op meerdere lenzen (Fully Multi coated)

Ook is er nog de Phase-coating, die is terug te vinden op de wat luxere dakkant-kijkers. Deze coating zit echter niet op de lenzen maar op de prisma's!

Waterdichtheid

De waterdichtheid van een kijker is ook iets om over na te denken. Sommige kijkers zijn totaal niet waterdicht, andere modellen zijn netjes met rubberen ringen afgesloten. Sommige van deze kijkers zijn daarbij ook nog gevuld met Nitrogas (Stikstof), zodat ze inwendig niet meer kunnen beslaan. Voordeel van gasgevuld is niet alleen dat de waterdichtheid maar ook de stofdichtheid. Dus gasgevulde kijkers zijn

Uittredepupil

Wanneer u een verrekijker op arm-afstand bekijkt dan is er in de oculairlenzen een cirkel te zien. Dit is de uittredepupil. De vorm van de uittredepupil is een goede indicatie voor de lenskwaliteit. Is de vorm perfect rond dan kunt u uitgaan van kwalitatief hoogwaardige lenzen. De grootte van de lichtcirkel is te berekenen door de objectief diameter te delen door de vergroting.
Bij een 8x40 kijker is de uittredepupil dus 5 mm. Hoe hoger het getal, des te meer lichtinval.

Bij jonge mensen kan de pupil van het menselijk oog zich in het donker tot zo'n 7mm openen, bij helder licht sluit de pupil zich tot zo'n 2mm. Naarmate men ouder wordt zal de soepelheid van het pupil afnemen, waardoor de pupil zich in het donker nog slechts opent tot zo'n 5mm. Hieruit blijkt dat de aanschaf van een kijker met een uittredepupil groter dan 8mm geen toegevoegde waarde oplevert; het menselijk oog kan de grotere lichtvlek immers niet benutten.

De verrekijker goed afstellen

Oogkappen afstellen

Draagt u een bril, of juist niet? Een verrekijker heeft vrijwel altijd oogkappen die in- en uitgedraaid of geklapt kunnen worden. Deze kappen zorgen er voor dat de afstand tussen het oog en de kijker goed is. Dit is belangrijk omdat u anders geen volledig beeld hebt en de helderheid mist. Draagt u een bril, dan moet u de oogkappen indraaien of inklappen. Bent u geen brildrager dan moeten ze worden uitgedraaid, uitgetrokken of -geklapt.

De juiste breedte instellen

Het is belangrijk om de breedte van de kijker (specifieker de afstand tussen de oculairs) aan te passen op de afstand tussen de ogen. Dit doet u door beide delen van de verrekijker dichter naar elkaar of verder uit elkaar te bewegen. Kijk naar een object op grote afstand en stel de breedte van de kijker zo in dat beide ogen afzonderlijk een volledig en rond beeld hebben. Als het goed is ziet u met beide ogen exact het zelfde.

Dioptrie-instelling

De dioptri-instelling is om een eventuele afwijking tussen de sterkte van de ogen te compenseren.
De instelling zit meestal op het rechter oculair maar soms ook achter de centrale scherpstelling en soms kunt u de dioptrie instellen door de centrale scherpstelknop uit te trekken.

Ga als volgt te werk:

  1. Kies een object op een redelijke afstand en stel met de centrale scherpstelling boven voor het linkeroog scherp (houd het rechteroog dus dicht, of beter houd de hand voor het rechter oculair).
  2. Sluit vervolgens het linker oog of houdt de hand voor het linker oculair en stel met de dioptrie-instelling het rechteroog scherp.

De kijker scherpstellen

Het enige wat u nu nog hoeft te doen is scherpstellen op het object dat u wilt zien. Doe dit zo dat u direct scherp ziet. Als u er iets naast zit zullen de ogen trachten dit te compenseren en zult u soms toch scherp zien, maar dit werkt vermoeiend voor de ogen.